Wanneer de Omringdijk werd voltooid, is niet precies bekend, maar op zijn laatst in de dertiende eeuw. Vele generaties dijkwerkers hebben met schop en kruiwagen de dijk gemaakt en behouden. Het standbeeld De Dijkwerker, gemaakt door Jan van Velzen, gedenkt hun belangrijke inspanningen. 'Met dank aan alle werkers uit het verleden voor hun strijd tegen het water', staat op de plaquette te lezen. En zo is het ook. Als zij het niet hadden gedaan, zouden wij hier niet staan.

Foto: Collectie Noord-Hollands Archief

De Omringdijk is ontstaan uit afzonderlijke dijkjes. Er was geen ‘project Omringdijk’ van hogerhand. Daarvoor ontbrak een centraal gezag in West-Friesland. Overal richtten boerengemeenschappen lage dijken op om hun land te beschermen. 

Foto: Collectie Noord-Hollands Archief

Alles wat bij het bouwen of herstellen van de dijk kwam kijken, was mensenwerk: van graven tot storten en zelfs de aanvoer met kruiwagen of draagbaar. Veen, mest, klei en huisafval – het kwam allemaal van pas. Het bouwen, onderhoud en herstel van de dijk werd door de boeren zelf gedaan. Elke boer had van het waterschap een stukje dijk toebedeeld gekregen om te onderhouden. 

Kaart: J.J. Schilstra, In de ban van de dijk: de Westfriese Omringdijk (Hoorn, 1974)

De door de boeren te onderhouden dijk was lager dan nu. Hij stond dan ook niet direct aan zee. Er lag land voor dat diende om de golven te breken. In de toenmalige maatschappij ontbraken de middelen en organisatie om een hoge, sterke dijk te bouwen. In de loop der eeuwen zakte het land onder zeeniveau. De zee won terrein en slokte steeds meer van het voorland op. Er zat op den duur niets anders op dan nieuw voorland te creëren. Hiertoe bouwde men landinwaarts een nieuwe dijk, een zogenaamde inlaagdijk. Een groot deel van het huidige tracé van de Omringdijk bestaat uit inlaagdijken (blauw op de kaart). 

Tekening: Cornelis Pronk, Collectie Noord-Hollands Archief

Het onderhoud door de boeren had nadelen. Zij misten tijd en expertise om een hoge, stabiele dijk te maken. Bovendien nam niet iedereen het onderhoud van zijn dijkdeel even serieus. Zulke nalatigheid van enkele boeren kon grote gevolgen hebben. 

Kaart: J.J. Schilstra, In de ban van de dijk: de Westfriese Omringdijk (Hoorn, 1974)

De dijk werd door vier waterschappen beheerd: de Vier Noorder Koggen (groen), Drechterland (rood), het Geestmerambacht (blauw) en de Schager- en Niedorper Koggen (geel). Het bestuur, bestaand uit een dijkgraaf en een paar heemraden, deed ieder jaar een inspectieronde op de dijk. Vond de dijkgraaf het onderhoud ergens nalatig, dan kon hij de verantwoordelijke boer beboeten. 

Tekening: M. Walraven, Collectie Noord-Hollands Archief

Rond 1500 was het voorland vanwege de voortgaande bodemdaling onhoudbaar geworden. Het was tijd voor een grote, sterke dijk. Vóór het aarden dijklichaam plaatste men een metershoog stootkussen van zeewier. Dit moest de klappen van de golven opvangen. Zeewier werd gewonnen in de Zuiderzee tussen West-Friesland en het eiland Wieringen. 

Foto: Netty Zander

Het zeewierpakket werd met staande palen en een gording van houten balken tegen het dijklichaam aan geklemd. De constructie was sterk, maar vergde veel onderhoud. Het wier verteerde op den duur en het hout verrotte. De waterschappen besloten dit gerichte onderhoud niet aan boeren over te laten. De boer betaalde voortaan waterschapsbelasting, zodat het waterschap professionele aannemers in de hand kon nemen. 

Illustratie: Collectie Zuiderzeemuseum

In 1731 sloeg de paalworm toe. Dit weekdier vrat gangen in de palen die het zeewier tegen de dijk aan hielden. Van buiten waren de palen nog puntgaaf, maar van binnen waren ze uitgehold. Een storm zou genoeg zijn om ze als luciferhoutjes te breken. 

Foto: Collectie Noord-Hollands Archief

De waterschappen moesten ingrijpen. Ze besloten het hout en wier door een glooiing van Drentse of Scandinavische keien te vervangen. Het was een kostbare ingreep, waarvoor de waterschappen zich behoorlijk in de schulden staken.

"Er is langer aan gewerkt dan aan de piramiden, kathedralen en de Chinese muur", schreef Johan J. Schilstra (1915-1998) over de Westfriese Omringdijk in de inleiding van zijn boek 'In de ban van de dijk'. Als streekhistoricus en lid van de Provinciale Staten deed Schilstra zijn best om het rijke en waardevolle verleden van de dijk onder de aandacht te brengen. Met succes, want in 1983 werd de dijk tot provinciaal monument uitgeroepen, het eerste van Noord-Holland.

De Dijkwerker

Sla de kaart over en ga naar de tekstversie van: De Dijkwerker

Tekstversie

De Dijkwerker

Adres

Onderdijk 2, 1693 CA, Wervershoof, NL