Vanaf 2025 een extra impuls voor de waterkwaliteit
We hebben in de periode tot en met 2024 gemerkt dat een extra impuls nodig is om de waterkwaliteitsdoelen in 2027 te kunnen halen. De impuls is vooral gericht op het terugdringen van chemische stoffen die schadelijk zijn voor de waterkwaliteit.
Met behulp van een emissiebeheersplan gaan we hierop sturen. De aanpak verschilt per stof en is afhankelijk van meerdere zaken. Ten eerste brengen we de belangrijkste bronnen van stoffen in beeld. Sommige stoffen komen van nature voor in de bodem en het water. Daarnaast kan er sprake zijn van gebruik door mensen. Ten tweede is belangrijk hoe stoffen in het water komen en of er mogelijkheden zijn om stoffen uit het water te zuiveren. Dat bepaalt waar en hoe we kunnen ingrijpen en welke partijen we daarbij nodig hebben. Als andere overheden verantwoordelijk zijn voor de benodigde maatregelen spreken wij ze hierop aan. Soms is eerst meer onderzoek nodig om deze zaken beter in beeld te brengen. Als laatste is een belangrijk uitgangspunt in onze aanpak: wat er niet in komt, hoeven we er ook niet uit te halen! Oftewel: voorkomen is beter dan genezen.
De maatregelen uit het KRW Impulsprogramma richten zich op meerdere aandachtsgebieden: onderzoek, monitoring, riolering/zuivering, regelgeving en vergunningverlening, toezicht en handhaving, waterbodembeheer, pacht, communicatie en grondwater. Hieronder wordt elk thema kort toegelicht.
Onderzoek
Van de probleemstoffen willen we graag meer weten over de bronnen en hoe ze in het water terechtkomen. Naast dat we ons daarvoor baseren op bestaande kennis voeren we diverse onderzoeken uit om de situatie in ons gebied te bepalen. We kijken bijvoorbeeld of probleemstoffen via rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi's) in ons oppervlaktewater worden geloosd. En willen weten hoe die stoffen in het afvalwater belanden, zoals via huishoudens of bedrijven. Ook kan afstromend regenwater vervuild raken voordat het in de sloot komt. Of dit een belangrijke route is, gaan we onderzoeken. Alle stoffen die in het water voorkomen zorgen samen voor bepaalde mate van toxische druk, oftewel een bepaalde mate van schade aan planten en/of dieren in het water. We brengen de toxische druk in beeld via een nieuwe berekeningsmethode. Daarbij kunnen we bepalen welke stoffen het meest schadelijk zijn voor de waterkwaliteit.
Monitoring
We gaan probleemstoffen meten op meer verschillende plaatsen. Zo krijgen we een beter beeld van de locaties waar deze stoffen boven de norm worden gemeten. Daarnaast ontwikkelen we nieuwe/betere analysetechnieken om meer stoffen te kunnen meten.
Riolering/zuivering
We onderzoeken of de huidige rioolwaterzuiveringsinstallaties meer nutriënten uit het water kunnen zuiveren. Dat kost waarschijnlijk meer energie en personele capaciteit, dus is het nodig om naast de mogelijkheden de haalbaarheid en consequenties per locatie in beeld te brengen. De huidige rioolwaterzuiveringsinstallaties kunnen microverontreinigingen niet goed uit het water zuiveren. Daarom zetten we in op samenwerking met gemeenten, omgevingsdiensten en de provincie om lozingen van deze stoffen op het riool aan te pakken.
Regelgeving en vergunningen, toezicht en handhaving
De meeste wet- en regelgeving over de toelating en gebruik van stoffen is Europees of door het Rijk bepaald. Als waterschap zijn wij verantwoordelijk voor directe lozingen op oppervlaktewater. Soms bieden bestaande landelijke regels onvoldoende bescherming. We verkennen de mogelijkheden om samen met de provincie en gemeenten strengere regionale regels in te voeren om het gebruik van vervuilende stoffen verder terug te dringen. Het is daarna aan ons bestuur om te besluiten of we dit inzetten. Ook zorgen we voor actuele vergunningen, houden actief toezicht op lozingen en zetten waar nodig handhaving in. Hierin werken we samen met de omgevingsdiensten, milieupolitie en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. In onze eigen plannen en besluiten zoeken we naar meekoppelkansen voor waterkwaliteit en zorgen we ervoor dat de waterkwaliteit niet achteruitgaat. Hiervoor ontwikkelen we toetsingskaders, leiden medewerkers op en richten een kennispunt in voor complexe lozingssituaties.
Beheer watersystemen
In het waterbodemonderzoek, dat gebeurt voor het uitvoeren van baggerwerkzaamheden, houden we voortaan rekening met KRW-probleemstoffen. We onderzoeken of er stoffen vrijkomen tijdens het baggeren of bij andere graafwerkzaamheden die de chemische waterkwaliteit verslechteren. We kijken ook naar de waterbodem en baggeren in relatie tot de ecologie. Daarbij gaat het enerzijds om het verminderen ecologische schade door de manier waarop we baggeren. Anderzijds is bagger een bron van nutriënten en organische stof. Bij roering van de bagger door vissen, boten, of door windwerking komen die stoffen vrij en dat is ongunstig voor de waterkwaliteit. Verder is het voor waterplanten lastiger om te wortelen in een dikke laag bagger. We onderzoeken waar (extra) baggeren kan bijdragen aan een betere waterkwaliteit.
Grondzaken
Een deel van onze eigendommen zijn via pacht in beheer van anderen. We onderzoeken of de KRW-belangen voldoende zijn meegenomen in deze pachtcontracten en passen ze aan waar nodig.
Communicatie
We willen meer inzicht geven in hoe we onze rol en taken rondom de KRW invullen. Daarom gaan we informatie en belangrijke documenten actief openbaar maken. De Geoviewer op het Waterkwaliteitsportaal brengt daarnaast in beeld wat per gebied de toestand is als het gaat om de KRW-richtlijnen. In gebiedsgerichte projecten zorgen we voor snelle terugkoppeling van meetgegevens.
Grondwater
Om te voorkomen dat grondwater een bron vormt voor watervervuiling gaan we de landelijke handreiking ‘Natuurlijke lozing van verontreinigd grondwater op oppervlaktewater' toepassen.