'De Ramp' eiste zes levens op Texel

De stormvloed van 31 januari op 1 februari 1953 staat niet voor niets als DE RAMP in ons nationale geheugen gegrift. Bij elkaar vonden 1836 mensen de dood in het water. De gedachten gaan dan vooral uit naar Zeeland, West-Brabant en de Zuid-Hollandse eilanden. Minder bekend is dat de storm ook op Texel zes levens eiste. Daar begaf de dijk van de polder De Eendracht het. Elders in Noord-Holland was sprake van grote schade aan de zeedijken, het strand en de duinen. Wat is er 70 jaar geleden precies gebeurd in die beruchte nacht?

De polder De Eendracht op Texel en de storm

De polder De Eendracht in 1980 met aanduiding van de plek van de doorbraak op 1 februari 1953 en andere belangrijke locaties

De polder De Eendracht ligt in de noordoostelijke hoek van Texel langs de Waddenzee. Het gaat om een in 1846 door drie heren uitgevoerde inpoldering van een strook schorren. De eigenaren van het kleine poldertje waren zelf verantwoordelijk voor het onderhoud van de circa vier km lange zeedijk. Die was dan ook van matige kwaliteit en met een hoogte van 3½ tot 4 meter boven NAP de laagste van heel Texel. Toen op zaterdagmiddag 31 januari 1953 de wind snel in kracht toenam en de waterstand omhoog schoot, besloot de opzichter van De Eendracht de dijkwachten op te roepen. Op het eiland Texel was het onmogelijk snel hulp van elders te halen. Daarom werden bij gevaar mannen opgetrommeld om de dijken te bewaken en kleine schades met zandzakken te herstellen. In De Eendracht ging het om 13 mannen verdeeld over drie posten.

Dijkdoorbraak

Het aan de elektriciteitspalen herkenbare weggetje naar de boerderij Zeeburg met de in de sloot gespoelde bus. Gemeente Texel.

De dijkwachten waren de hele avond in touw. Na middernacht sloegen de golven echter overal over de dijk van De Eendracht heen. Toen was er al snel geen redden meer aan. Om vijf uur ’s ochtends kregen de boeren in De Eendracht advies te evacueren. De dijk begaf het ten slotte op zondagochtend 1 februari om kwart over acht in de zuidoosthoek van de polder. Ondertussen was echter nog per autobus een ploeg van 45 vrijwilligers gearriveerd bij de boerderij Zeeburg in de noordoosthoek van de polder. Door de afstand en het slechte zicht had men daar niet meteen in de gaten dat de dijk het had begeven. Toen dat duidelijk werd, vertrokken de mannen rijdend en lopend over het weggetje terug naar de achterliggende Eijerlandse dijk. Het ging om een afstand van 500 meter. Juist langs die dijk lag echter een strook extra laag land waarin het water met grote snelheid en kracht kwam opzetten. De stroming was zo sterk dat de bus van de weg werd gedrukt. De mannen konden zich niet staande houden en werden meegesleurd door het ijskoude water.

Door stormvloed overmand

Het monument ter nagedachtenis van de slachtoffers. Wikimedia commons

Zes vrijwilligers overleefden het niet. Zij verdronken in het zicht van de veilige Eijerlandse dijk. Het gaat om Willem Dijker (57 jaar), Redmer IJska (56 jaar), Jan Koopman (48 jaar), Dirk Kuip (36 jaar), Wieger Bernardus (34 jaar) en Siebren Walsweer (23 jaar). Vooral in De Waal was de verslagenheid enorm. Vier van de zes slachtoffers waren uit dit dorp afkomstig. Gelukkig konden de lichamen van de zes geborgen worden. In 1959 plaatsten de Texelse waterschappen in samenwerking met de gemeente een monument ter nagedachtenis van de zes. Boven hun namen staat de tekst ‘Door stormvloed overmand bij de bescherming van het land’.

Elders op Texel

De Schanssluis vanaf de landzijde gezien op 1 februari 1953. Rijkswaterstaat, directie Noord-Holland.

De andere Waddenzeedijken van Texel liepen tijdens de storm zware schade op. Aan de zeezijde waren de dijken bekleed met betonnen platen. De golven spoelden die los en ze schoven weg. Ten zuiden van Oudeschild dreigde het helemaal mis te gaan. Het lukte niet de schuif van de sluis in de zeedijk bij het gemaal De Schans naar beneden te krijgen en het water spoot naar binnen. Met vereende krachten slaagde men erin de sluis met spoorstaven en zandzakken af te dichten. Bij het gemaal was het toen al wel een natte boel.

Dijkherstel en koninklijk bezoek

Het gat in de dijk van De Eendracht bijna dicht, 25 februari 1953. Rijkswaterstaat directie Noord-Holland.

Reeds zondagochtend vroeg kwamen de eerste medewerkers van Provinciale Waterstaat op Texel aan. Later die dag arriveerde een contingent matrozen en mariniers en werd met man en macht aan de beveiliging van de beschadigde dijken begonnen. Door het slechte weer kon pas op 11 februari 1953 gestart worden met het sluiten van de doorbraak in de Eendrachtsdijk. Dat was toen uitgespoeld tot een breedte van 170 meter. Twee dagen later, op 13 februari, brachten koningin Juliana en prins Bernhard een bezoek aan het eiland. De vorstin bezichtigde de doorbraak en nam in Den Burg ruim de tijd voor een ontmoeting met de nabestaanden van de zes verdronken mannen. Het gat in de dijk van de polder De Eendracht was op 25 februari dicht en twee weken later viel de polder weer droog.

In de Noordkop

Vernielde basaltglooiing op de Helderse Zeewering benoorden de Kustwachttoren te Huisduinen. Rijkswaterstaat, directie Noord-Holland.

De Helderse Zeewering liep vooral bij Huisduinen zware schade op. De basaltglooiing werd op diverse plekken vernield en het water spoelde enkele bunkers uit de Tweede Wereldoorlog los. Van echt gevaar was gelukkig geen sprake. Dat lag anders ten noorden van Groote Keeten. Daar werd de eerste duinenrij, de zogenaamde zeereep, op twee plekken over een totale afstand van 750 meter weggeslagen. De grote duinvallei Het Botgat liep vol. Nu moest het oude Van Oldenbarneveltsdijkje uit 1610 de zee keren. Het water steeg tot de kruin. Bovendien zat in dit dijkje een oud afwateringssluisje. Dit begaf het en de achtergelegen polder ’t Hoekje dreigde onder te lopen. Gelukkig slaagde een groepje omwonenden er bij het licht van autokoplampen in het sluisje af te dichten. Het lekte evenwel nog hevig en pas tegen acht uur ’s avonds was de toestand echt geheel onder controle. Sinds 1 februari 2020 herinnert een infobord net buiten Groote Keeten aan deze gebeurtenissen.

Hondsbossche Zeewering en Camperduin

Schade aan de Hondsbossche zeewering en het Camperduin. Rijkswaterstaat, directie Noord-Holland.

De Hondsbossche Zeewering bij Petten had een hoogte van 8,50 meter boven NAP. Toch spoelden de golven op 1 februari over de dijk heen en sleurden 200 meter rails van het werkspoortje op de kruin mee. Bij de aansluiting op het Camperduin werd 1.500 vierkante meter basaltglooiing weggeslagen. Extra gevaar bleken twee nog in de zeewering aanwezige bunkers op te leveren. Het rond de bunkers kolkende water schuurde diepe geulen in de dijk uit. Bij Camperduin werd een grote hap uit het duin weggeslagen. Ook daar lag na afloop van de storm een uitgespoelde grote bunker op het strand. De storm vormde niet alleen aanleiding om snel die bunkers op te ruimen, maar ook werd de Hondsbossche Zeewering met een korte bocht diep in het Camperduin bevestigd. Dat was dringend noodzakelijk omdat de dijk daar nu 100 meter uit de duinen in zee vooruit stak.

Bergen aan Zee en Egmond aan Zee

De vernielde zeereep bij Bergen aan Zee. In de achtergrond op de duintop het Bio vakantieoord. Rijkswaterstaat, directie Noord-Holland.

Als bij Groote Keeten brak de zee bij Bergen aan Zee ter hoogte van de Parnassiavallei ook door de zeereep. Die vallei liep vol. Hier ging circa 20 meter duin verloren. Na afloop van de storm eindigde de weg naar het strand in een diepe afgrond van het steil afgeslagen duin. Bij Egmond aan Zee was het niet anders. De zee kwam in dit dorp in de stormnacht tot twee keer toe op de Boulevard. Op 10 februari stond hier en daar nog steeds veel water in de duinen. Diepe geulen in het strand gaven aan hoe het naar zee was teruggevloeid. De Alkmaarsche Courant sprak zelfs over ‘rivierbeddingen’. De openingen in de zeereep waren toen al wel afgesloten met gevlochten dennentakken.

1976: Texel naar het Binnenhof

Door Harry Tielemans ontworpen actieposter, 1976

De directeur van Provinciale Waterstaat, ir. C. Krijn, merkte in december 1953 op dat herstel van de dijken op Texel niet genoeg was. Er moest veel meer gebeuren om de waterveiligheid te garanderen. Hiermee liep hij vooruit op het grote Deltaplan. De dijken van Texel hadden binnen dat plan echter een lage prioriteit. Tijdens een zware storm op 3 januari 1976 sloegen de golven weer over de dijk van de polder de Eendracht. Burgemeester Sprenger besloot tot evacuatie van drie bedreigde polders. Het liep goed af, maar bij de bevolking was de maat vol. Ruim 7.000 mensen tekenden een petitie om meer vaart te maken. Op 27 januari trokken bovendien vele honderden Texelaars in 23 bussen naar het Binnenhof. ‘Geen lijken, omhoog die dijken!’ was de boodschap. Deze actie had succes. Nog hetzelfde jaar maakte Rijkswaterstaat een begin met de werkzaamheden en in 1981 waren de Texelse dijken op Deltahoogte.

Nieuwe dijkverbeteringen

De met een breed zandpakket verbeterde Prins Hendrik Zeedijk op Texel heet nu Prins Hendrikzanddijk. Flying Focus.

De Hondsbossche Zeewering had insgelijks een lage prioriteit in het Deltaplan. Die werd eindelijk in 1976-1981 op Deltahoogte gebracht. Ondertussen heeft de huidige dijkbeheerder, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, in 2016-2020 weer een grote dijkverbetering op Texel uitgevoerd. De oude Hondsbossche Zeewering bestaat  tegenwoordig zelfs niet meer. ‘Hollands Noorderkwartier’ liet deze dijk in 2014-2015 inpakken in een breed strand waardoor de huidige Hondsbossche Duinen gestalte kregen. Het Rijk handhaaft ten slotte sinds 1990 de zogenaamde Basiskustlijn. Als deze lijn structureel wordt overschreden, grijpt de Minister van Infrastructuur en Waterstaat in en laat door middel van zandsuppleties het strand en de duinen versterken. Waakzaamheid blijft ondertussen altijd en overal geboden, zeker in deze tijd van klimaatverandering en snelle zeespiegelstijging. Klaar is de dijk dus nooit, het werk gaat door.

Het Texels erfgoedmuseum Waelstee(externe link) (Hogereind 6, De Waal) herbergt een permanente tentoonstelling over de februariramp op Texel.